Dipje

En dan vlieg je uiteindelijk toch eens uit je krammen. Je vloekt nog net niet. Maar je lichaamstaal, je mimiek .. laten niet veel aan de verbeelding over. Je weet natuurlijk dat het niet hoort. Je hebt het al duizend keer gehoord, gelezen, zelf verkondigd. Met boos worden, bereik je in Azië nougabollen. Het is not done. Ongehoord, in het land van Zen. In het land van de parel in de lotusbloem. In het land waar men servieten plooit tot zwanen en kraanvogels. Bovenal geen gezichtsverlies lijden, jij niet, je tegenstander niet, dat is hier een van de tien geboden.. En door kwaad te worden, breng je jezelf en de ander in verlegenheid.

So what.

Soms trek je het gewoon niet meer.

Misschien heeft de warmte van de voorbije dagen ermee te maken. Naar het schijnt is een van de eerste verschijnselen van uitdroging ergernis. Hoe minder vloeistof je in je lijft hebt, hoe sneller je geïrriteerd raakt. Daar kan wel iets van aan zijn. Het was warm, die laatste week in Noord-Bali, in Lovina en Pemuteran. Misschien heb ik te weinig gedronken.

Misschien heb ik een reisdipje, na een maand en een half. Is mogelijk.

Misschien heeft het feit dat we net vijf maal te veel betaald hebben voor de overzet van Bali naar Java ermee te maken.

Misschien ben ik het gewoon even beu om steeds met een glimlach, met een kwinkslag te reageren als de zoveelste cabdriver er ons voor de zoveelste maal probeert op te leggen. Nu ik erover nadenk, ik heb het woord ‘cheating’ de laatste dagen wel meermaals in de mond genomen. Laat het duidelijk zijn, ik wil gerust iets meer betalen dan de gemiddelde Balinees. Geen punt. Maar moet ik altijd, voor alles meer betalen? Het besef dat je zes maand onderweg bent, plaatst dit in een iets ander perspectief. Ten eerste betaal je dan uiteindelijk een pak iets meer. Ten tweede word je het onderhandel-spelletje na een tijdje ook moe.

Of je nu lang of kort op reis gaat, aan de verhouding verandert natuurijk niks. Laat ons zeggen dat de Indonesiers je er gemiddeld zes keer per dag opleggen. Op twee weken hebben ze je dus vierentachtig keer bij je pietje. Op zes maand hebben ze je dan ongeveer duizend honderd en vier keer liggen (rekening houdend met het feit dat er, in ons geval, vier maanden met eenendertig dagen zijn). Mathematisch blijft het aantal ‘cheats’ dus evenwijdig lopen met de Y-as. Maar de curve die het gevoelsmatige effect van die cheats uitdrukt, kan plots en explosief exponentieel toenemen.

Bij uitdroging bijvoorbeeld.

Bij reisdipjes.

Wanneer je tweejarige medereiziger een extreem slechte dag heeft.

Wanneer je in het hotel waar je verblijft, navraag doet naar de prijs van een halve dag car + driver, en de manager je met uitgestreken gezicht een triljoen keer te veel vraagt. Dan bijvoorbeeld. Dan zeker. DSCF0883

Vakantie is fun. Moet fun zijn. Dat is het uitgangspunt. Wat is anders, ook al lijkt dat een contradictio in terminis, het nut van vakantie? Het is een alom gekend gegeven dat dit uitgangspunt alleen al ons bergen stress bezorgt. Hoe moet je je voelen bij een mindere dag op je vijfsterrencamping aan het Lac St.-Croix? (Zelfs dit vind ik niet leuk, er is zeker iets mis met me.) Wat als die twee weken pittoresk Oostenrijk na drie dagen nog altijd ferm tegenvallen? (Ikzelf moet altijd even wennen aan een nieuwe situatie, ik moet even blenden met de omgeving, thuis thuis laten, ontstressen. Dat kan een paar dagen duren. Pech voor mijn medereizigers natuurlijk als we er slechts een week op uittrekken. Daarom ga ik bijvoorbeeld nooit meer skiën. ) En los van het ontstressen, en de rest van je eigen demonen, zijn er natuurlijk ook een aantal factoren, de ene nog minder controleerbaar dan de andere, die de vakantiepret serieus kunnen vergallen. Het weer bijvoorbeeld, en het huisje dat je gehuurd hebt, airco die niet werkt, de temperatuur van het zwembadwater, je reisgezelschap, je kinderen, de kinderen van je reisgezelschap, autopech, vliegtuigen met vertraging, sinusitis door airco, het al dan niet aanwezig zijn van wespennesten in de dakgoot van je chalet, muggenplagen, de hoeveelheid chloor in het zwembadwater, natuurrampen, kikkers die uit de hemel vallen, etterende zweren, rivieren van bloed.

Vandaag heb ik nog maar eens beseft dat reizen, meer nog dan vakantie, niet altijd leuk is. Het zal en mag al eens dik kak zijn. En dat moet ik leren aanvaarden. Een baaldag, en op zes maanden waarschijnlijk zelfs een baalweek, er valt niet aan te ontsnappen. Gelukkig maar, dixit mijn nuchtere Sari. Stel je voor dat elke dag hier een feest zou zijn, dan was terugkeren de hel. Ze heeft een punt. Zoals meestal.

DSCF0928DSCF0927

Anderhalve maand in Indonesië.

15 keer: Fish is fresh?

Yes sir, fresh from freezer, sir.

20 keer:  Is this your best price?

Very special price, sir.

  Is tourist price.

sir. Very local, sir.

30 keer: How much is it?

You decide, sir. How much you w ant pay?

  I’ll give you XX

Oh, no, sir. Bankroet, sir.

40 keer: Still far?

Not very far, sir.

Variant: Maybe little bit far, sir.

60 keer: Not spicy?

Only little bit spicy, sir.

3 comments

  • En gelijk heeft je Sari. Ook als je op pensioen bent en niks MOET doen, ook dan zijn er zo van die baaldagen. Dan pas zien we maar hoe gezegend we meestal zijn. And nothing is permanent…
    geniet van je baaldag 🙂

  • Onze Hollandse buurman op de camping zei ons: “Verbouwen is net hetzelfde als kamperen…, je doet het best niet te lang” :-)) Ik had er wel LOL in, ook al zaten we met onze voeten in de modder en was het kkkkkkkkoud.
    Kortom: kom gewoon naar huis 😉

    x

  • Ja, die nuchtere Sari heeft gelijk! Denk : er zijn ergere dingen in het leven. En je relativeert….

Submit a comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s