Plastic en ecoterroeristen

Monique is een jonge, vriendelijke architecte uit Amsterdam. Ze is al anderhalve maand in Indonesië en wil een project opstarten. Op dit moment rondt ze haar vooronderzoek in Bandung af. Haar onderwerp: de woonomstandigheden van fabrieksarbeiders. Ze praat met industriëlen en met de vooruitstrevende burgemeester van Bandung: wie wil investeren in een woonproject? De ‘Bandungese’ arbeiders wonen in een kamer van drie op drie. De arbeiders die van elders komen, wonen nog kleiner, met een gat in de grond om hun gevoeg te doen, en soms zelfs dat niet.

Als we Monique vertellen dat we het lastig hebben met de vervuiling overval, dan knikt ze. Misschien hoort het bij hun idee over vergankelijkheid, zegt ze. Net zoals ze in gebouwen de scheuren in de betonnen muren niet aanpakken, de afgebladderde verf niet vervangen door een nieuwe laag. Alles vergaat, en dat is ok. Vuiligheid en plastic vergaat ook. Zelfs in recentelijke gebouwde luxehotels zie je het verval en de lethargische houding van management en staff, om nog maar te zwijgen van de omstandigheden bij de lokale bevolking. Het is soms knap lastig om te zien hoe alles bezaaid is met plastic-verpakkingen, rot en vuilnis. Om te zien hoe passagiers op overzetboten hun afval door het raam kieperen, de zee binnen. Het is knap lastig om er niet op te reageren. Langs de andere kant zijn we zelf natuurlijk ‘eco-terroeristen’, zoals een vriend het treffend verwoordde. Wie zonder zonde is …

Onderweg van Bandung naar Bogor staat onze auto twee uur stil. Het verkeer wordt in één richting afgesloten. Enkel wie naar de Punjak Pass wil, kan nog door. Straks zal de andere laan stilstaan. Elk weekend is het zo. Ik loop langs de prachtige theeplantages, om een koffie te drinken iets verderop. Onderweg entertainen mannen in Mikey Mouse– en paarse berenpakken de kinderen in de file. Tegen betaling natuurlijk.

Tussen de theestruiken ligt afval. Overal.

Maar zien ze dan niet dat het LELIJK is, vragen we ons af. Staat de schoolgaande jeugd graag te wachten op de bus, te midden van een vuilnisbelt?

Judi, de eigenaar van Cianjur Adventures herhaalde nog eens wat we natuurlijk al lang weten: in developing countries, it is all about survival. Survival comes first. Not ecology. Aris, de driver van GGhouse in Bogor, geeft ons wat achtergrond. Hij heeft drie kinderen; een dochtertje en twee zoontjes. Hij is tweeëndertig, zijn oudste is tien, zijn jongste twee. Als chauffeur verdient hij een miljoen per maand. Een miljoen zes is ongeveer honderd euro. Hij woont met zijn gezin bij zijn ouders. Without the tips,  zegt hij, I don’t know …

Het Bogor Novotel is een oase van rust. Clean (over die mini-mieren die onze kruimels in colonne wegvoeren, spreken we niet), ongelofelijk onbijt, rust. Het doet deugd om af en toe eens weg te zijn uit de Aziatische husstle and busstle.

One comment

  • hallo Monique,

    Ben erg benieuwd naar het resultaat van jouw rapport; aanbevelingen/ speerpunten/ aandachtspunten/do en dont etc. Zelf ben ik ook bezig met gelijksoortige situaties met Housing/Factories in iets ‘rustiger’ omgeving rond de Molukken, op gebied van Seafood/Seaweed,

    Ik hoor graag van je.
    Groet,
    Alo Refwutu
    RMC Nederland

Submit a comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s