Niet bepaald een lachtertje, maar iemand moet het doen

So, what is the weather like in Vietnam? 

De ambassade-ambtenaar heeft een stap teruggezet, niet gewend aan zulke intieme vragen. Hij lacht schaapachtig achter zijn glazen wand.

Is it hot in Vietnam right now? I guess it is hot.

Ik kan mijn oren niet geloven. Er staat een rij toeristen aan te schuiven voor het loket, maar deze dame trekt er zich niks van aan.

I am American? From the States? But I live in Surat Thani now. Very hot there? Everywhere is better than Surat Thani. Big smile. You have a lovely country. So, how many degrees is it in Vietnam right now? Oh. Okay. Would that be celcius or fahrenheit?

Ik denk dat het verborgen camera is, zegt een Fransman. Het moet verborgen camera zijn, glimlacht hij. De Amerikaanse ratelt maar door. Ik ben opgelucht dat ik in een andere rij aanschuif, anders was ik zeker uit mijn sloffen geschoten. Fok Zen. Een andere Fransman krijgt het op zijn heupen van het queuen. Merde, dit is de laatste keer dat ik naar Vietnam ga. Kijk, als ze ons niet willen … 

Al bij al verloopt het vlotjes, vlotter dan verwacht. Ik stap terug naar ons hotel met onze vijf visa’s voor Vietnam op zak. Maar Ho Chi Min moet nog wachten. Eerst nog Thailand en Myanmar.

We bezoeken nog een boeddhistische tempel vooraleer we vertrekken uit Bangkok. Nog eentje, om het af te leren. Wat Traimit, met prachtig, hoog pagodedak en de grootste massief gouden boeddhabeeld ter wereld; vijf meter hoog en 5,5 ton. Het goud werd pas ontdekt in 1955, per abuis, tot dan toe mooi afgeschermd voor de begerige ogen van vijandige volkeren door een dikke laag plaaster.

Kanchanaburi en The Bridge over the River Kwai is onze volgende bestemming, met een stop bij de floating market van Damnoem Saduak. We vinden een taxi voor 1500 bath (ongeveer 38 euro), een goede prijs, de bellboy van ons hotel is verwonderd. Why so cheap, sir? We rijden door een lelijk landschap, geen grootse natuur, een viervaksbaan langs industrie, fabrieken, winkelcomplexen, elektrische centrales, vlakten waarop aan zoutwinning gedaan wordt, een aaneenschakeling van reclamepanelen, Tiger Beer, Isuzu, trucks, tractors, gevlochten manden, afbeeldingen van de koning en koningin, die op twintig jaar tijd geen rimpel bijgekregen hebben (maar dat is zo met goden), we passeren een paar politiecontroles, en genieten van de airco en van onze kinderen die, zoals het hoort, om de vijf minuten vragen of we er al zijn.

Die kinderen trouwens, die kunnen wel eens lastig zijn. U kent het wel, een peuter van twee, één van vier en een meisje van zes. Stel u dit even voor in een voor u onbekende stad,  bakkend heet, met andere verkeersregels, met voetpaden vol bulten, trappen, nutteloze zebrapaden, overal freezers met Ola en ijsco en lollies in chemische kleuren. Heeft ze in haar broek gedaan? Ik denk het niet, neen. Zeker protjes dan. Mama, ik heb dorst. Straks, Marie-Lou. Ik heb nu dorst. Mogen we een ijsje? Donut? Mogen we straks een filmpje kijken? Mag ik vandaag kiezen welke film? Marie-Lou heeft gisteren gekozen. Ella, mag die meneer een foto van je nemen? En die meneer daar? En die mevrouw? En die bus Chinezen, mogen die ook? Mag ik op het knopje van de lift duwen? Neen! Ikke!  Loop aan deze kant van papa, Marie-Lou. Ella, pas op voor die uitlaat, van die brommer ja. Die is warm. Heet. Laat dat op de grond liggen, Lux, bakkes, vies!

Stel u dit nu voor drie maanden aan een stuk. Met nog twee maanden te gaan. Onafgebroken. Geen school, geen verjaardagsfeestjes, turnles of circusschool, geen oma’s. GEEN OMA’S!!!!

Niet bepaald een lachtertje, maar iemand moet het doen.

De floating market is een koopje. 50 euro voor een uurtje. Military took over government and fixed price. Sorry, sir. Maar het is best de moeite. Al schiet er, behalve de setting (kanaaltjes, long tail boats, winkeltjes op palen aan de kant van de rivier) niet veel meer over van de authenticiteit. Boeddha’s in alle maten en metalen, legeringen en gesteenten, kruiden, chili, curry, gember, gensing, afbeeldingen van de markt zelf, in retrokleuren of net heel flashy, fluo, houten olifantjes, giraffen, tijgers, bamboestaafjes om in je tuin te hangen, houten bijtjes om in je tuin te hangen, walking street on water, souvenir, themapark … Maar de longtails zijn speedboten, doen het water hoog opspatten, de huisjes   zijn traditioneel, de gezichten van de Thai nog echter. We varen onder een soort boog door en komen in de echte floating market. Buitenboordmotor af,  met de peddel nu. En het is aanschuiven, de ‘hoofdstraat’ zit muurvast, maar niemand maakt zich druk. We schuiven langzaam vooruit, tussen de tientallen bootjes door, geuren van noodles en gebraden kip en scampi en pannekoekjes met kokosvulling, kleuren van vers fruit, mango en rambutan, mensen met hoeden tegen de zon, gevlochten en breedgerand. Wat een zalige drukte!

2 comments

  • Bassie,
    je begint precies een beetje (reis?)moe te worden. Een taxi rit voor driehonderd tachtig euro lijkt me niet direct “why so cheap, sir?”. Bovendien meen ik me te herinneren dat een Thaïse bath +/- gelijk was aan onze ter ziele gegane Belgische frank. M.a.w. ik denk dat de 1500 baht eerder zal overeenkomen met 38 eurootjes, niet?
    Stay focussed Bas!
    Nonetheless, envious regards,
    Filip.

Submit a comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s