Onder een staalblauwe hemel liggen meer dan drieduizend pagodes. Groot en klein. Alleen en statig, of in groepjes van drie, vier of meer, stenen termietenheuvels resultaten van een bouwgekte. Sommige tempels zijn meer dan duizend jaar oud, opgelapt door de erfgenamen van de oorspronkelijke bouwers, met weinig kennis van geschiedenis en architectuur, zo blijkt. Een patchwork van stijlen, maar daarom niet minder imposant en charmant. Vooral het geheel is wonderbaarlijk, vanop het ‘dak’ van een van de hogere pagoda’s, kijk je uit over een toverachtig decor. De kleuren die het landschap bepalen, zijn tinten van groen en bruin. De paden waarop de paarden karren met nieuwsgierigen trekken. Laag struikgewas en stof. En het gezang van vogels.
We rijden een tweetal uren doorheen dit eeuwenoude gebeuren. Er hangt een sfeer van rust, het aantal toeristen is opnieuw te verwaarlozen. Slapende officials vragen ons niet om tickets. Maar vlakbij de heiligdommen verdwijnt de rust en verschijnen de irritante verkopers, de hawkers. Belgium, sir? Good chocolate, sir. Three children, sir, all girls, sir! Afbeeldingen van de boeddha, in 2- en 3D, marionetten, paardjes, krijgertjes, die we ook al in Mandalay zagen, zogezegde edelstenen, belletje, zandtekeningen. Kinderen met postkaarten, kinderen die vragen om Belgische euro’s, om hun collectie aan te vullen. Ze hebben briefjes uit Mongolië, Dubai, Bangladesh, Europa … Cola en zoete Fanta en honing en zonnehoedjes. Alhoewel, echt ergerlijk zijn de verkopers niet. Neen is neen en ze laten ons met rust. Er zijn drie Hindu-tempels en we bezoeken er een van. Steile trap naar boven, lage gewelven. Afbeeldingen van Vishnu, Shiva en Brahma. Kopieën, de originelen zijn verwoest of in musea.
We eindigen met de Ananda Patho pagoda, 51 meter hoog en gebouwd tussen 1090 en 1105, een pelgrimplaats voor Birmanen. De gang naar de vier grote boeddhabeelden is een aaneenschakeling van souvenirwinkeltjes. De boeddhabeelden zijn immens, schijnen goud en zijn omgeven door gangen die het zonlicht binnenlaten door kleine nissen en de warmte buiten laten. Prachtige kleuren, prachtig houtwerk met eeuwenoude patina. Bagan is bekend voor zijn kleurig lakwerk, schalen en potten en borden en vazen, dat hier veel te duur verkocht wordt. Onze kinderen zijn zoals altijd weer een aandachtstrekker. Can I take a picture, sir?
We blijven zes nachten in Bagan, slapen in New Bagan, in het Areindmar hotel, een oase in een stoffig dorp.Er zijn gezellige restaurantjes met Burmees, Chinees en Thais eten. Onze kamer heeft een teakhouten vloer en kijkt uit op een binnentuin, vijver met waterlelies en een prachtige acaciaboom. ‘s Avonds worden fakkels aangestoken en drijven er kaarsen op het water. Het zwembad is zalig, zeker bij 40 graden celcius.
With kids around the globe 
doet me watertanden… zoveel moois 🙂
Inderdaad, prachtig daar…
Guys… Belgenland zal zooooo wennen worden… #jaloers #looksamazing