Een omoe die komt! Dat is duidelijk één van De mijlpalen voor de monsters. Beladen met cadeautjes (Suske en Wiske AVI1, 800 gram Nutella, Enterol voor paps en Nicci French voor mams), staat ze plots voor onze neus aan de balie van ons hotel. We hadden haar opgewacht in de luchthaven van Saigon, maar de stuurse douane-ambtenaren (fossielen uit het commie-tijdperk?) deden zo lang over haar visum dat we dachten dat ze opnieuw haar vlucht gemist had. En de monsters huilen …(Haar geboekte vlucht Bangkok-Ho Chi Minh had ze zien vliegen, door een vertraging van 4.5 u met British Airways.)
Maar kijk, ze is er! Na 30 plus uur onderweg. Hoezee. De monsters gunnen haar echter geen rust: er moeten verdwenen melktanden getoond worden, lengtes gezwommen, letters gelezen, en puzzels gemaakt, Lux vertelt haar baby-verhalen, soms onbegrijpelijke anecdotes, en over ‘kaka doen’ en dergelijke. Marie -Lou geeft vakkundig beschrijvende uitleg over alle foto’s op deze WordPress. Kijk, omoe, dit ben ik hier. En daar, omoe, daar achter me staat Ella. Het speeltuintje en het zwembad in het hotel worden verkend en ook tijdens ons eerste tempelbezoek in Saigon, wijken ze geen duimbreed van omoe’s zijde.
De sfeer in Saigon, oftewel Ho Chi Minh zo je wil, is hitsig, broeierig, energiek, vrouwen met zwart glimmende haren en korte shortjes, neon-lichtreclames op de gevels van flatgebouwen, en Pierre Cardin en KFC, en colonnes brommers die door de brede straten vlammen, kleuren, mondmaskers en noodleshops, Vietnamezen gebogen over bordspelen in koffiehuisjes waar de koffie goed is en sterk. Het is warm, en vochtig, en de vochtvreter in onze hotelkamer kan het niet aan. De Vietnamezen vinden we vriendelijk, zij het wat gereserveerder dan de Burmezen. De meeste taxichauffeurs spreken niet veel Engels, maar rijden gelukkig met de meter. We worden ingelicht welke taxi-maatschappijen te vertrouwen zijn en welke je beter niet gebruikt (Happy, Tourist something … No good! )
We bezoeken de Jade Emperor Pagoda, een bruisende taoistische temple, gebouwd anno 1900, met boeddhistische invloeden, en één en al leven, wierook en offerandes, jonge vrouwen die bidden voor een zwangerschap, olielampen worden bijgevuld, tinten van rood en bruin, en heilige schildpadden. Er zijn drie meter hoge beelden uit glimmend hout, die demonen voorstellen, met speren en zwaarden. De verschillende ruimtes zijn allemaal gevuld met devote Vietnamezen, er hangt een scherpe geur van wierook. Voor we vertrokken riep de receptioniste van het hotel me terug. Sir, there is a room in the pagode, for praying for the dead. Your children not go in there. Not good for them.’ Ze glimlacht. ‘That is our belief, sir.
Super! Geniet van de familiereünie…
Breek me de mond niet open over stuurse Vietnamese douane-ambtenaren…
Oh zo zoet. Tof en een beetje ademruimte voor mams en paps