No mud no lotus

De vlucht Ho Chi Minh-Hue duurt anderhalf uur. Hue is de vroegere hoofdstad van Vietnam. Keizerstad, stad van de Huong Ho, of de perfume river. We schrijven de jaren 180o,  keizer  Nguyễn Phúc Ánh zwaaide toen de scepter en hij had graag een nieuw paleis gewild. De Imperial City is ommuurd door een gracht en een wal, tien kilometer lang. Bij de grote poort kijkt een stoer fort, met rode vlag, op ons neer. We toeren rond met drie fietsriksja’s, door drukke en minder drukke straatjes, met winkeltjes en cafeetjes, huizen en koffiehuizen. We lopen binnen in het ouderlijke huis van Ho Chi Min, waar je de hoed van zijn vader en het bed van zijn moeder kan aanraken. Er is geen security. Je steelt immers niet van een god. We kijken vanuit een pagode over de rivier. This was US- bunker, zegt onze riksja-man. Hij wijst naar de brug onder ons. Many Vietnamese die here. Hij bootst een mitrailleur na. We rijden verder: een oude tuin, met bonsai, goudvissen en lotusvijvertjes, lampionnen, the tempel of the king en een man die vreemde dingen doet met vogels, een centrum voor gehandicapten en een vrouw met één been die gek is op de monsters.

In het centrum van de ommuurde stad heb je de Purple Forbidden City, waar de keizer zelf woonde, samen met zijn 500 vrouwen en 147 kinderen. En een paar eunuchen. Enkele mandarijnen. En een stuk of wat soldaten. De verschillende pagoda’s en paleizen zijn niet kolossaal, maar wel indrukwekkend. Een groot deel van dit Unesco World Heritage werd platgebombardeerd door de Amerikanen, maar er wordt constant gerenoveerd, en het geheel ademt sfeer uit. Draken en leeuwen, trappen en tegels en gaanderijen. Het theater, voor de keizer en zijn nabije familie. De ruimtes waar gasten ontvangen worden, buitenlandse vertegenwoordigers, ambassadeurs van verre naties, die eer komen betuigen aan machtig Vietnam. De kleuren zijn prachtig, er hangt rust, en, opnieuw, er zijn praktisch geen toeristen.

 

Ook ons hotel lijkt niet erg bevolkt, ondanks de ongelofelijke elegante prijs van 50 euro voor een kamer. Het Eldora heeft 5 sterren, en biedt discounts aan wegens de soft opening,  en de mogelijke ‘last’ die we van werken kunnen ondervinden. Tot nu toe nog niks gemerkt.

Als het al donker is, bezoeken we nog een boeddhistische tempel. De poorten staan tegenaan ook al blijkt de tempel al gesloten voor het publiek. We glippen binnen, en staan oog in oog met de Boeddha, in een lege ruimte. De ventilators staan stil. Achter de tempel zelf ligt een klein klooster. Enkele monniken bereiden morgen voor, schikken bloemstukken, gele lelies, die fabelachtig geuren.

2 comments

  • De kindjes stralen op elke foto; jullie zien er allemaal zeer gelukkig uit.
    Groetjes aan omoe.
    Tante Wien

  • Goh, nog 23 dagen zie ik daar bovenaan staan… Komt opeens heel realistisch dichtbij! Geniet geniet geniet…

Submit a comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s