4 juli, Bangkok
Toch te laat wakker. De markt laten we voor wat ze is. Een mens moet zich flexibel opstellen op vakantie. We hangen rond, bij het zwembad, eten nog wat meer pad thai, ik geniet van een Thaise massage, die me de volgende ochtend stijf als een plank uit mijn bed doet kruipen. Er zijn mensen die Bangkok haten. Wat een chaotische stinkstad, zeggen ze. Maar ik deel hun mening niet. In al zijn groezeligheid heeft ze iets gezelligs. En boven de groezelige gezelligheid toornen de majestueuze wolkenkrabbers. In 2019 wil Bangkok trouwens pronken met de Rama IX Super Tower. Zeshonderdvijftien meter. Astublieft. Eat this, Babel. (Voor andere megalomane bouwwerken: hit me.) De Thaise hoofdstad biedt de hipste cafe’s, met trendy inrichting of retro meubeltjes, poepsjieke restaurants en superdeluxe hotels, maar ook low budget guesthouses en middle range hotels. De bellboys en nachtwakers glimlachen altijd, maken een ‘waiwai’ en houden de deur voor je open, een verkoper in de straat wil me keer op keer een rieten mand aansmeren, om naar de markt te gaan. Ik bedank keer op keer vriendelijk, want we gaan niet naar de markt, we stellen ons flexibel op. De godheid in de lobby van het restaurant krijgt dagelijks een kopje thee aangeboden, de boeddha’s in de kleine huistempeltjes mierzoete oranje limonade. We doen een mall aan, want in al onze voorzienigheid vergaten we speelgoed voor de kindjes. Ze kiezen een pop, en we kopen ook nog een UNO-kaartspel. We drinken een Black Canyon ice-koffie-frappé, strawberry milkshake, en ik een lemon grass juice (voor de eerste en laatste keer). En dan zijn er natuurlijk de obligate DONUTS.
5 juli, Bangkok
Onze plannen veranderen as we go. We vliegen naar Krabi, maar laten Ko Yao Yai voor wat het is. Het weerbericht belooft niet veel goeds, het blijft immers regenseizoen, en op een eiland zitten in een dure kleine kamer lijkt ons geen goed idee. We kiezen een resort met privé-strand, familiekamer met twee kingsize bedden en een eigen lanai. Dat alles voor de schappelijk prijs van 50 euro, met ontbijtbuffet. Een mens klaagt niet.
5 juli, Krabi
Het regent in Krabi. Een taxi brengt ons naar ons hotel. De chauffeur speelt Donald Duckfilmpjes voor de monsters. Gelukkig maar, want het is al 20.00 en ze zijn moe.
Slapen.
6 juli, Krabi
En dan zwemmen en het strand verkennen. Het uitzicht over de baai is prachtig, limestone eilandjes rijzen op uit de zee. We proberen een dam te bouwen in een riviertje. We zoeken schelpen. Ella wordt gebeten door een kwal. Een onzichtbare. Op het strand liggen drie grotere exemplaren, wit, roerloos en flubby. Marie-Lou heeft er geen vertrouwen in. Rond 12 u zwelt de wind plots aan en kleurt de lucht donker. En dan begint het te kletteren. Bliksemschichten doorklieven de lucht. Ook hier heeft Marie-Lou geen vertrouwen. Sinds Vietnam hebben donkere wolken een Pavlov-effect op haar. Wolken betekenen onweer en doodgaan.
Nog geen grote verhalen tot nu toe. Vooral relaxen, thuis achter ons laten en aanpassen aan het uurverschil. Ja, nog steeds.
En wensen onze allerliefste omoe een superverjaardag! XXXXX