Plastic poncho, en de rat

De restaurantstaff laat de zeildoeken naar beneden. De tuinmannen en -vrouwen trekken een oranje plastic poncho aan en rollen hun gele kruiwagen tussen de druppels. Wolken pakken samen, de wind zwelt aan, de zeildoeken bollen, en dan klettert het. De regen verzamelt zich in de kelk van  lotusbladeren. De buien duren nooit lang, en we zwemmen tussendoor, in troebel water. Het heeft iets moois, deze drukkende vochtigheid, als in een koloniaal verleden, rijke stinkerds die in losse linnen hemden  op hun veranda zitten en nippen van cocktails (Wat dronken ze vroeger? Gin?) In Birmese Days laat George Orwell een Birmaan de reuzeventilator aanzwengelen. De gloriedagen van het het British Empire. Sepiabeelden, L’Amant, geliefden zweten op een houten vloer, uit hun bed gerold, Belgisch Congo, Jef Geeraerts kijkt dromerig, vanop zijn veranda naar de druppels die van de palmbladeren rollen, sigaar, whiskey, de volgende Gangreen-avonturen, met blinkende negerinnen, tropenhoeden en loomte.

 

Maar het klimaat maakt lethargisch. En de doodsangsten die Marie-Lou uitstaat elke keer er een wolk verschijnt, kunnen onmogelijk gezond zijn voor haar psychologische ontwikkeling 🙂 (hashtag Eat this, CLB).We besluiten de zee achter ons te laten, boeken een vlucht naar Chiang Mai. Wouter, Sofie en de Mangolen … misschien nog even wachten om heel veel aan de kust vast te leggen, en het weerbericht checken?

We verkassen voor een nacht naar Krabi Town, een bescheidener hotel deze keer.Het geeft me een ander gevoel, een meer-reis-gevoel.Voor de ingang van het hotel staan grappig kitscherige beeldjes: mannetjes en vrouwtjes en kippen enzovoorts. In de lobby oliet een kerel het tropische  houtwerk. De kindjes hebben hun eigen kamer, zien hoe dat afloopt.

We nemen een tuktuk naar het centrum, een cluster van rechtop rechtaan straten met winkeltjes, restaurantjes en een leuke lokale etenswarenmarkt. Veel moslims hier, ze verkopen vers fruit en vis en vlees en bereide gerechten die je ter plaatse kan opeten aan stalen tafeltjes. Sari en ik proeven rijst met zalige pompoen, een mix van groenten en pikante vis. Totaalprijs 100 bath. (ongeveer 2,7 euro)

Terug in het Dee Adaman Hotel roept Sari me plots naar de andere kamer. Ze heeft een rat gezien. Tot zover de hygiëne in de goedkopere guesthouses.:-) Ik bel de receptie en ze komen aanzetten met een kat, een mager rost diertje die onze kamer rondsnuffelde.

Maar die rat kwam weer, die kon nie langer wach. Dus kregen we een familiekamer op de zesde verdieping, en een verontschuldigende glimlach.

One comment

Submit a comment

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s