Paarden zijn uitermate belangrijk op Sumba. Paardjes, zeg maar. Klein maar dapper. Ze worden gekruist met Arabische volbloeden om ze nog sterker te maken. Ze vormen een hoofdingrediënt van riten en tradities. De sandelwood pony’s zijn gegeerd in Australië, ideaal voor kinderen blijkbaar. Met Pasen is er Pasola, waarop ruiterteams elkaar, zonder zadel, bestoken met botte speren. En nu vindt het Sandelwoodfestival plaats. In verschillende dorpen worden op verschillende dagen paardenrennen georganiseerd. Vandaag in Waikabubak, en wij daarnaartoe. De naam, the 1001 Sandalwood Horses Festival, klinkt exotisch, en we verwachten ons aan folklore, traditie, rituelen, kleur en mysterie. Aarde opspattend door de furieuze paardenhoeven. Leute, en een schreeuwende meute. Bloed! Alstublieft! Een jockey die van zijn ros tuimelt, maar ongedeerd de race verderzet en, hoezekers, als eerste over de eindmeet galoppeert! Maar vandaag is geen hoogdag van het gebeuren, en eerlijk gezegd, ontbreekt het aan het verhoopte adrenalinegehalte. De dagen voordien zagen we al ruiters in de straten van Waikabubak, maar de mannen met veelkleurige tulbanden, machetes en lendendoeken, hadden zich blijkbaar opgedirkt voor een begrafenis en niet voor de races. Sommige mannen lopen trouwens altijd zo gekleed.
De jockeys, echt jonge kinderen trouwens, gaan er weliswaar voor, maar we kijken zoals iedereen toe vanop meer dan 100 meter afstand. Come Back! Come Back! Ik word teruggefloten als ik te dicht ga. Er wordt gewed in de tribune. Een commentator roept de namen van de paarden door de micro: Surabaya in het rood, met nummer drie. Favoriet Laura Croft. Look at her go! Indra draagt nummer 4, in het geel. Rond de racebaan is er randanimatie: ringen gooien rond een fles, stalletjes met bakso en gegrilde kip, kid in spidermanpak.
Samen met onze vrienden Marlies Den Hert, Stijn Mangeleer en kids Finn en Aino, slapen we vijf nachten in prijzig maar heel aangenaam Mario Hotel en Cafe bij Tambolaka, een oase met zwembad. Vandaar uit rijden we naar Waikabubak (restaurant D’Sumba Ate is een aanrader!) naar traditioneel dorp Praijing, bescheiden waterval Waikelo Sawah met kapotte waterturbine, waar vrouwen de was doen en tankwagens drinkwater ophalen, naar de Weekuri lagune, en naar district Kodi. Er valt heel wat te zien, maar de afstanden blijven vrij groot en we moeten keuzes maken.

Sumba, you’ve outdone yourself. Ratenggaro village has some of the craziest, most exaggerated Brobdingnagian rooftops in the whole of Sumba — the locals told us they reach up to 25 metres tall. (Travelfish)

They have only three kings in Kodi, that is why so much trouble. We have 16 kings.
Over Kodi doen nogal wat geruchten de ronde. Mannen zouden er met hun machete onder hun hoofdkussen slapen, er zouden nog bandietenbenden rondzwerven en je komt er na donker beter niet buiten. Maar Pero Beach en Ratenggaro zijn verbluffend! Op het strand van Ratenggaro blijven de mensen op afstand, echt vriendelijk zijn ze niet. Maar eens we het dorp zelf binnengaan, prijzen ze met stralende glimlach hun goederen aan: beeldjes en machetes met prachtig gesculpteerde handvaten.
Zien er prachtige foto’s uit maar wil ze eens in het groot bij jullie bekijken… internet te traag.
Een heel veilige en aangename terugvlucht xxxx