We rijden nog even naar Chiang Mai voor lunch bij Street Pizza, een Seven/Eleven (natuurlijk) en The Lost Book Shop waar ik vruchteloos zoek naar iets recents over Thailand (politics? Social? Religion? De verkoopster suggereert een boek over de politiek van de waterwerken in de Mekong delta) vooraleer we uiteindelijk richting Phayao vertrekken.
Blijkt al snel dat we waarschijnlijk niet tot in Isaan zullen geraken. De wegen zijn in goede staat, maar krinkelen zich op en rond de heuvels en echt snel gaan we dus niet vooruit. Niet erg, want het landschap mag er zijn. Niet majestueus, maar gewoon … echt mooi. Twee uur rijden. De wegen zijn zo goed als verlaten. Geen auto’s. Geen beesten. De Engelse bewijzering verdwijnt. Af en toe een politie checkpoint, rijd maar verder, zwaaien ze. We rijden door een paar dorpen en stoppen uiteindelijk bij Mon Saeng Jun homestay in Ban Na Meng. Een superlieve vrouw en haar glimlachende man, enkele cleane bungalows en een espresso-apparaat van 600 euro. Luxie speelt met Lucky de puppy.
Het is snikheet. We zoeken verkwikking in de Bua Thong Sticky Waterfalls, een 15 minuten terug richting Chiang Mai. Er hangt een groep vrijwilligers rond, Amerikaans en christelijk. On a mission. Heal the world. Een Britse begin-twintiger paradeert met een have-faith-in-me-tattoo op zijn borstkast. De kinderen vinden het zalig om op de ruwe waterval naar boven te klimmen. En de papa erachteraan.
Daarna op goed geluk nog even naar de lokale wat, de lokale boeddhistische tempel. En ja hoor, hij is de moeite. Draken bewaken de poort, en enkele vreemde vrouwenbeeldjes met lelijke smoeltjes (elfen?) die eerder hindoeïstisch aan doen, dansen eromheen. De rust en de kleine belletjes, die mee de sfeer bepalen zo typisch voor dit soort plaatsen. Een monnik, de enige die we zien, slaat op een gong, de tonen zinderen de vallei in. Sawadi kap, zeg ik. Goeiedag. De man reageert niet. Hij klopt een insect dood op zijn dij. Sawadi kap, opnieuw. Ik moet lachen als hij zijn oordoppen uithaalt. En dan zijn oorapparaat inbrengt. Sawadi. Nu hoor hij me wel. Kap. Kap. Nu moet hij lachen. Hij laat Luxie op de gong slaan. Hij weet niet waar hij aan begonnen is.