
Ankara naar Urgup, Cappadocia. Driehonderdenzeven km achter onze tanden, door een bijna nietsveranderend niemandsland. Droog, ruw, licht glooiend, oneindig, rustig. Er is heel weinig verkeer en de wegen zijn goed. Onze huurauto is iets minder goed. Met honderveertigduizend km achter zijn tanden is het geen ideale Fiat om naar de bergen te gaan. Maar soit, voorlopig is het landschap dus licht glooiend. Als ik heel diep mijn gaspedaal indruk, kan ik wel de maximumsnelheid halen: 140 km/u. Snelheidsbeperkingen zijn er hoegenaamd niet en politie lijkt afwezig. Maar boven de 130 begint onze Fiat licht te slingeren en natuurlijk ook enorm te zuipen. En zo snel is natuurlijk nergens voor nodig.



Na twee uur onderbreken we de rit bij wegrestaurant Tuz, naast Tuz Gölü, één van de grootste zoutmeren ter wereld, maar nu spijtig genoeg zo droog als een kurk. Vroeger was dit wit-roze meer de broedplaats van duizenden flamingo’s, maar nu valt er nergens een steltloper te bespeuren. Klimaatverandering. En de boeren stopten de waterstroom van de kanalen die naar het meer stromen, wat een hoge tol eiste van de flamingo’s. Het ‘restaurant’ is een groezelige, schorremorrieplek, met kermis-grijpers en kermisboksballen, twee gemuilkorfde zielige kamelen en een paar paardjes, een hoop troep souvenirs en een kebab self-service. Maar wel sfeervol, op zijn eigen manier.z
-‘Gezellig hier’, zeg ik luidop.
-‘Altijd’, antwoord een Nederlandse jonge Turk me lachend.








Alle toeristen die Nederlands praten, zijn Turken uit België of Nederland, op bezoek, en met een huis van grootvader of schoonmoeder op het platteland waaruit ze even willen ontsnappen om tot rust te komen, zeggen ze. ‘Het zijn heel vriendelijke mensen, maar je hebt er geen privacy. Ze kloppen nooit, maar lopen zo je kamer binnen.’ Net zoals alle anderen lopen we het opgedroogde meer op en nemen een paar dramatische foto’s. De plek heeft iets tragisch, is tragisch, als je denkt aan de zwermen flamingo’s, die hier vroeger neerstreken om hun nest te bouwen.












We rijden verder, verder door de vlakte, met links en rechts akkers en niks. Na twee uur zijn we in Cappadocië. Urgüp. Göreme, Avanos en Urgüp zijn dorpen van waaruit je naar kabouterland uitzwermt. Urgüp ligt misschien niet knal middenin het sprookjesland, maar we hebben nu onze eigen Fiat, dus we kunnen alle kanten uit, en alles ligt op een gezonde steenworp van elkaar.
Elif Stone house, waar we slapen, is een low key familie guesthouse, met een vijftal sfeervolle kamers. ‘The house is so old, 180, maybe 200 years.’ Een jonge vrouw legt ons alles over ons verblijf uit, in behoorlijk Engels, inclusief de ballonvaarten (200 euro per persoon/u), quad-tochten en rode, groene en blauwe tours. We zwemmen, en de mama en de papa drinken een Tuborg en enkele Efes-pils, en daarna trekken we het stadje in. Je hebt altijd een beeld in je hoofd van waar je naartoe gaat, gebaseerd op de mooiste Google pics. Urgüp, zo las ik ergens online, is het meest luxueuze plaatsje van de regio. Maar ondanks het feit dat dit een wereldberoemde trekpleister is, heeft het een aandoenlijk rommelig karakter. Aangenaam eigenlijk, liever dat dan een omhooggevallen toerist-magneet met een stok in zijn gepoederde reet. De prullaria die in de winkeltjes verkocht worden, zijn ook nogal kitscherig. Eerlijk gezegd, de half beschilderde tuinkabouters, kikkers en replica’s van Cappadosische rotsformaties behoren ontegensprekelijk tot de de lelijkste die ik ooit zag. 🙂 We kopen er natuurlijk een paar voor verre familieleden en dichte buren. Overal zijn eethuisjes en machines roosteren noten aan een gestaag tempo.






















We lopen naar ‘Wish hill’ waar een witgeverfde dode boom met de Turkse Nazar Boncuk uitkijkt over het stadje. De Boncuk is een donker oog op een blauwe achtergrond, dat slechte geesten afweert en je behoedt voor het boze . Die bomen met ogen komen we overal tegen, net zoals foto ops met kamelen en harten. Het is allemaal best grappig.













We eten in een klein resto’tje. Een chicken skewer, twee dürüms, twee pides, een slaatje, vier frisdranken en twee ayrans en supervriendelijke bediening, superlekker, 24 euro. De temperatuur is meer dan aangenaam, en zelfs zonder airco slapen we goed. Of toch sommigen onder ons.
Oh ayran! Zo heerlijk als het warm is…